-21
Woensdagvond speelt een team van spelers onder de 21 in De Waaie een oefenwedstrijd tegen St.-Jacob. Dit team bestaat niet alleen uit senioren, maar ook uit junioren. Grote initiatiefnemer hierin is Hans Bootsma. Het is een leerzame en leuke wedstrijd waarover iedereen zeer tevreden over is.
Koud, weer… (1)
Als ik donderdagochtend rond negen uur afsla richting De Waaie, loopt Ida van der Molen daar. “Het is weer koud, hin Jan”. Zegt Ida. Wij weten van elkaar dat we beiden een bloedhekel aan de kou hebben. We zijn nu onderhand medio maart en nog steeds zit de winter ons dwars. Kortom: gratis af te halen een overbodig geworden zomerjas. Dit jaar nog niet gedragen.
Ballen
Die donderdagochtend drink ik even een bakje koffie in de kantine en ik hoor dat het ballenprobleem maar voortduurt en het lijkt erop alsof het niet opgelost gaat worden. Ho, correctie: het zal nóóit worden opgelost. Het ballenprobleem is er al decennialang en alle mogelijke oplossingen ondergingen de degradatie tot mislukking. Zolang veel trainers en leiders geen verantwoordelijkheid kennen wat betreft het aantal ballen, kunnen we wel blijven vechten in de geest van Don Quichot. Donderdagavond wordt de grote zak met de gevonden ballen door Schelte Lep ‘gepresenteerd’ aan de bestuursleden. Deze ballen zijn de laatste tijd gevonden en verzameld door Johannes van der Woude en Henny Wildeboer Schut.
Sleutels
Hetzelfde geldt voor de sleutel voor het losmaken van de verplaatsbare goals op het hoofdveld. Al zo’n tien keer is de algemene sleutel, die in het scheidsrechterhok hing, zoekgeraakt geweest. Op een gegeven moment hing er een blok hout aan de sleutel met een formaat van een surfplank, maar dat mocht niet baten. Ten einde raad krijgt iedere trainer deze week een eigen sleutel. Toch triest dat het zo moet?
Visitekaartjes
Veel later dan we doorgaans gewend zijn, worden de consumptiebonnen aan de vrijwilligers uitgedeeld. Maar dan heb je ook wat, want het zijn spiksplinternieuwe bonnen. De club geeft hiermee een visitekaartje af, want volgens Helga de Jager lijken de bonnen daar opvallend veel op.
Klaverjassen
Vrijdagavond is de jaarlijkse klaverjasavond. Weer geen prijs, maar ik zit wel driemaal aan een tafel met gezellige mensen. Dat is het belangrijkste. Bovendien doet het mij een genoegen dat kaarters, die aan dezelfde tafel als ik hebben gezeten, een prijs winnen. Heb ik toch aan meegewerkt, nietwaar?
Koud, weer… (2)
Terug naar de eindsprint van de winter, want de KNVB besluit vrijdag om alle wedstrijden van de teams onder de elf af te gelasten. Veel te koud voor de jongste telgen. De thuiswedstrijden van de categorieën daarboven gaan zaterdag wel door. Is wel leuk: regelmatig gaan toeschouwers met volle moed naar buiten om bij de wedstrijd kijken, maar al snel maakt men rechtsomkeert, omdat het werkelijk te koud is om langs de kant te staan.
Inhalen
Gelukkig beschikken wij sinds een aantal jaren over een kunstgrasveld, want anders waren we vrijwel zeker in dezelfde situatie beland als Gomos en Oerterp nu. Bijna alle thuiswedstrijden van de genoemde clubs zijn afgelast vanwege het slechte veld. Gomos loopt maar liefst zes (!) wedstrijden achter en Oerterp vijf. Vooraf aan de wedstrijd van St.-Anna bekijkt Pieter Jan Plat het programmaboekje, kijkt naar de ranglijst en heeft net gehoord dat Gomos wederom is afgelast. “Gomos mot selfs de winterstop nag inhale”, is zijn gevatte reactie.
Gehaktballentest
Voordat de thuiswedstrijd van het eerste tegen GVAV Rapiditas begint, komt er een man van de Groninger club ietwat gejaagd de bestuurskamer binnen. Hij legt een stel warme hulpmiddelen op de tafel en maakt meteen rechtsomkeert met de woorden: “Zo, nu eerst een gehaktbal.” Even later keert hij terug en concentreert zich op de gehaktbal. Naderhand wordt het duidelijk wat daarvan de reden is. Bij iedere uitwedstrijd van GVAV keurt hij namelijk de plaatselijke gehaktbal. Die van ons krijgt het cijfer 7.8 van, de naar later zal blijken, de verslaggever van deze club. Hiermee komen we in de middenmoot. Net 0,2 minder dan MKV ’29, DTD, Oerterp en LSC 1890. Zijn commentaar op onze bal: “Zeer stevig en smaakte heel redelijk.” Maar ‘heel redelijk’ is dat nu voldoende, ruim voldoende of goed? Ach, wat zou het trouwens ook; het kan mij geen bal schelen. Ik vind ze lekker.
Tot de volgende week.
