Familie Keizer
Atte Keizer werd op 12 december 1950 geboren. Vader Jan hield van voetballen en kaatsen. Het was daarom logisch dat de zonen Piet, Atte en Dirk al vroeg op het voetbal- en kaatsveld stonden. Van de drie was Atte de meest technische voetballer, misschien ook wel de beste van de drie, maar qua mentaliteit moest hij het afleggen tegen zijn beide broers. Die mentaliteit zat hem vaak in de weg, om het zo maar eens uit te drukken.
Dwars
Atte kwam in 1967 in het eerste. Hij was nog geen zeventien. Hierin speelde hij tot 1980. Tussendoor voetbalde hij nog één seizoen in Zaterdag 1, omdat hij het seizoen daarvoor problemen kreeg met Piet de Groot, de toenmalige trainer van Zondag 1. En Atte was niet altijd gemakkelijk voor de trainers. Dat gaf hij in een interview (april 2001) in het clubblad zelf ook toe: “Als ik het ergens niet mee eens was, dan hield ik mij niet stil. Eerlijkheidshalve was ik ook wel eens dwars. Verder nam ik in een emotionele bui wel eens beslissingen waarvan ik al snel spijt kreeg.”
Blessures
Wie het over de voetballoopbaan van Atte heeft, denkt toch automatisch aan blessures, want daar had Atte regelmatig last van. Er werd hem wel eens verweten dat het tussen de oren zat. Maar ja, de enige die wist hoe het werkelijk zat, was Atte zelf.
Karakter
Eigengereid was op Atte van toepassing. Hierdoor maakte hij het zichzelf niet altijd even gemakkelijk. Maar gelukkig overheerste veelal de andere kant van Atte: een uiterst vriendelijke man die genoot als hij op sportpark ‘De Waaie’ was. Hij had niet alleen belangstelling voor het eerste elftal, maar toonde eveneens veel interesse voor de jeugd. Bovenal genoot hij van een voetbalwedstrijd. Op zondag dus bij het eerste, maar op zaterdag bezocht hij altijd een amateurwedstrijd in de buurt.
Terreinknecht
In 1972 begon Atte met zijn vrijwilligerswerk voor de club. Terreinknecht was zijn eerste ‘baantje’. Dit deed hij samen met Sjoerd van Dijk. In 1992 stopte hij hiermee.
Vrijwilligerswerk
Als je bekijkt wat Atte allemaal voor de club heeft gedaan, dan is de lijst indrukwekkend. Voor Atte was het vanzelfsprekend om vrijwilligerswerk te doen. In april 1988 werd de familie Keizer voor het clubblad geïnterviewd en over het vrijwilligerswerk zei Atte destijds het volgende: “Zoals je ziet, ben ik nogal eens wat geweest. Maar ja, jij bent één met de voetbalvereniging. Je hart ligt daar en je bent ermee grootgebracht.”
Staat van dienst
1972-1992 Terreinknecht
1982-1987 Consul
1983-1990 Jeugdleider en -trainer
1990-1992 Grensrechter Zaterdag 1
1993-1995 Grensrechter A1-junioren
1996-1999 Grensrechter Zondag 1
1998-2013 Opvangen scheidsrechter Zondag 1
2001-2006 Zitting in de Technische Commissie
1999-2014 Gastheer scheidsrechter Zondag 1.
Daarnaast is Atte nog scheidsrechter geweest, speaker bij het eerste en vervulde daarnaast allerlei klussen in ‘De Waaie’.
Onrustig
Met name de laatste jaren was Atte onrustig. Als het eerste niet thuis speelde, dan was hij behoorlijk ongedurig. Dan was hij maar heel kort in ‘De Waaie’. Al snel zag je hem namelijk alweer naar zijn auto lopen om huiswaarts te gaan. Mogelijk dat Atte toen al niet lekker in z’n vel zat.
“Drok fandaag?”
Steevast kwam hij op zaterdagochtend even de bestuurskamer binnen waar het ontvangstcomité zitting had. Ook die bezoekjes duurden nooit lang. Wel was er altijd dezelfde belangstellende vraag aan degene die ontvangstcomité had: “Drok fandaag?” Daarna babbelde hij even met bekenden en dat ging dan hoofdzakelijk over vroeger waarbij hij zichzelf ook niet vergat te vermelden, zo eerlijk moeten we ook zijn. Atte mocht bijvoorbeeld graag aan iedereen vertellen wat hij zoal voor de club had gedaan, maar zijn eigen actieve voetballoopbaan liet hij ook niet links liggen. Op zich terecht, hoor, want hij heeft veel voor de club gedaan en voetballen kon hij.
Schilderwerk
Weliswaar bekleedde Atte al een aantal jaren geen vaste functie meer, maar toch deed hij nog vrijwilligerswerk in de vorm van schilderwerk op het sportpark. Maar door zijn ziekte lukte hem dat op een gegeven moment niet meer. Dat moet hem veel pijn hebben gedaan.
Die verschrikkelijke ziekte won het helaas van Atte. In het interview uit 2001 werd hem gevraagd wat de vv St.-Anna voor hem betekende. Hij antwoordde: “Het is een stuk van je leven. Het zal me nooit meer loslaten.” Helaas moet Atte de club nu toch loslaten en de club hem. Wij wensen zijn familie veel sterkte toe in deze moeilijke tijd.