Cookie beleid STAnnaparochie

De website van STAnnaparochie is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Sponsors

Functies 7-tal

Uitgangspunten
  • verzorgd spelen van achteruit met goed positiespel
  • iedereen doet mee "aanvallen begint bij verdedigers"   "verdedigen begint bij aanvallers"
  • opstelling 7 of 8-tal      1. keeper   1-2-1-2 (1)
 
Bij deze opstelling en de daarbij behorende verschillende posities zijn taken en functies te onderscheiden. Belangrijk is dat iedere speler deze taak en die van zijn medespelers kent. Naast het kennis hebben van deze taken gaat het er vervolgens om er in de wedstrijd naar te handelen (mentaal).
De taken en functies die worden omschreven, moeten de trainer, leider en coach kennen. Alleen dan kunnen zij de spelers van het team verder helpen.
Het is belangrijk dat iedere speler weet wat de bedoelingen zijn en wat er van hem gevraagd wordt op die positie en op welke wijze deze uitgevoerd moeten worden. Dit zowel gezien vanuit de speelwijze van het gehele team, de verschillende linies, als de posities en taken individueel.
 
Belangrijke elementen zijn:
  • Basisopstelling
  • De bedoelingen van: 1) het gehele team, 2) de linies en 3) de verschillende posities
  • Taken bij balbezit en balverlies.
 
Algemeen
Om de gekozen speelwijze uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk om er in besprekingen, trainingen en nabesprekingen van de wedstrijd de nodige aandacht aan te besteden.
Steeds weer dient aan de orde te komen:
  • Omschakelen van balbezit naar balverlies en andersom (concentratie / mentaal)
  • De opstelling, veldbezetting, veldverdeling, wie speelt waar?
  • De speelwijze. Hoe wordt er opgebouwd, aangevallen en verdedigd en welke spelers spelen in de verschillende momenten welke rollen?
  • Taken en verantwoordelijkheden van de verschillende posities. Individueel, in een linie of als gehele team.
  • De kwaliteit van het positiespel. Dit moet een routinezaak worden waar het elftal steeds weer aan werkt, de perfectie zien te bereiken. Inzicht in de bedoelingen van het positiespel.
  • Het winnen van 1 tegen 1 duels inclusief het duel om de zogenaamde afvallende ballen
  • Het rendement in de eindfase van het positiespel. Worden er scoringskansen gecreëerd door het centrum en/of over de vleugels?
  • Het benutten van kansen. Het scoren.
  
Posities binnen het pupillenvoetbal 7:7 / 8:8
1. Keeper
2. Rechtsback
3. Centrale verdediger
4. Linksback
5. Rechtsmidden / rechtsbuiten
7. Spits
8. Linksmidden / linksbuitener

Basisbegrippen bij het uitvoeren van teamtaken
Balbezit.
  • Veld groot maken.
  • Laatste linie naast elkaar aanspeelbaar, waarbij de vleugelverdediger iets naar voren speelt als de bal aan zijn kant is.
  • Driehoekjes maken.
  • Beweging zonder bal.
  • Altijd eerst naar voren denken. Diepte zoeken. Alleen als het voorin “vast staat”, breed of terug spelen.
  • Keeper speelt mee ruim voor het doel en is daardoor aanspeelbaar.
 
Taken van het totale team
Balbezit (opbouwend/aanvallend) Aanvallen begint bij verdedigers
  • Het gaat vooral om het positiespel, de kwaliteit van het positiespel.
  • Bedoeling van het positiespel is vooral de dieptepass gespeeld te krijgen en uiteindelijk kansen creëren.
  • Veldbezetting belangrijk, vooral de afstanden tussen de spelers in de as of op de flank. Niet te kort en niet te lang
  • Positiespel vraagt continu concentratie en scherpte, mee blijven doen en meebeleven. Alles blijven zien.
  • In de routinezaken vooral trachten perfectie te bereiken; dus geen foute passes, geen onnodig balverlies, niet onnodig lopen, juiste balsnelheid, op maat, juiste been etc.
  • Er moet zeer veel gevoetbald worden (positiespel) om een paar kansen te creëren.
  • Bij het veroveren van de bal na het jagen is het belangrijk niet te gehaast te spelen, dit vraagt een ander soort concentratie, dus niet te agressief en geen foute ballen (omschakelen van instelling)
  • Als tegenstander ver terugtrekt dan des te meer geduld in de opbouw. Niet laten verleiden tot dieptepass als het niet echt kan.
  • Attent zijn op mogelijkheid voor diepte, dus niet verzanden in eindeloos breedtespel (concentratie op diepte!)
  • Communicatie tussen speler aan de bal en spelers voorin.
  • Principe van aanvallen is vooral de diepte zoeken via de vleugel- en centrale spits(en)
 
Basisbegrippen bij het uitvoeren van teamtaken
Balverlies.
  • Ruimtes klein maken. Aanvallers inzakken en verdedigers opschuiven.
  • Druk zetten op de speler met de bal. Op deze wijze de tegenstander dwingen tot fouten.
  • Bij een overtal situatie op het middenveld, schuift de laatste man in en zet druk op de speler met bal. Overige verdedigers “knijpen” nog meer naar binnen.
  • Hele team knijpen indien de bal aan de andere kant van het veld is
  • Man dekken en tevens rugdekking verzorgen.
  • Keeper actief meedoen, coachen en meebewegen met de bal
 
Balverlies (verdedigend, storend) Verdedigen begint bij aanvallers
Uitgangspunt: de bal zo snel mogelijk zien te winnen - zover mogelijk van eigen doel af. Voorwaarden: een goede organisatie, begrip en inzicht bij iedereen en concentratie.
De 3 linies, alle spelers dus, hebben een taak hierin.
 
Aanvallers direct omschakelen en positioneel goed gaan staan en knijpen.
  • ondersteuning aan degenen die pressing moeten doen
  • ook hierin juiste positie kiezen ( soms een paar meter)
 
Middenveld en verdediging.
  • Balbezitter scherp dekken en niet uitgespeeld worden.
  • Kettingreactie: op juiste moment gaat er een speler een aanval op de bal doen; de rest moet zich daaraan aanpassen; de eerste 2 spelers zitten wellicht nog net mis, maar de derde of vierde ( een soort 'kettingreactie') moet de bal uiteindelijk winnen.
  • Tegenstander dwingen zo weinig mogelijk bij eigen goal te komen.
  • Opbouw tegenpartij goed volgen: tegenstander is vaak in aanvallende posities, dus kwetsbaar, loeren op moment om de bal terug te winnen.
  • 1 tegen 1 situaties moeten effect hebben, dus bal veroveren, speelmogelijkheden afgrendelen, in de val lokken en toeslaan.
  • Zover mogelijk van de goal af verdedigen.
  • Algemeen: ver van het eigen doel af en iedereen pikt de tegenstander(s) op die in de eigen zone zonder bal komen.
  • Terugzakken tot middenlijn of direct 'vastzetten"
  • Fore-checking voor middenlijn
  • Iedereen doet mee, snel omschakelen in teamverband.
  • Het spelen van de lange dieptepass of een slechte breedtepass door de tegenpartij is het moment om op de bal te gaan jagen, vooral wanneer de bal niet optimaal gespeeld wordt
 
Volgorde in de aanpak om bal terug te krijgen:
  • Routines (positie kiezen, klein maken, terugwijken).
  • Moment herkennen
  • Pressing middenveld en verdediging ( het versnellen/opsluiten)
  • Storen
  • Jagen
  • Bal veroveren
  • Niet steeds in het hoogste tempo storen en jagen, goede moment kiezen en dan 100% ( zie kettingreactie verhaal), wel zelf initiatief erin nemen, de tegenstander in moeilijke positie dwingen ( bijv. naar hun 'slechte' opbouwende flank of speler)
 
Taken & functies per linie
verdediging
Balverlies
  • het veld zo klein mogelijk maken
  • uitschakelen van de aanvallers van de tegenstander
  • afpakken van de bal van de tegenstander
 
Balbezit
  • het veld zo groot mogelijk maken
  • aanspelen van de aanvallers
  • meedoen met de aanval
  • aansluiten bij de aanval (geen gat tussen verdediging en middenveld)
middenveld
Balverlies
  • oppakken en uitschakelen van de directe tegenstander
  • afpakken van de bal van de tegenstander
  • het veld zo klein mogelijk maken
 
Balbezit
  • het veld zo groot mogelijk maken
  • het aanspeelbaar zijn op het middenveld
  • aanspelen van de aanvallers
  • wanneer er gelegenheid voor is, wisselen met spits
  • opzetten van de aanval
  • meedoen met de aanval
 
aanval
Balverlies
  • het veld zo klein mogelijk maken
  • oppakken en uitschakelen van de directe tegenstander
  • afpakken van de bal van de tegenstander
 
Balbezit
  • het veld zo groot mogelijk maken
  • het uitspelen van de tegenstanders
  • het komen tot doelpogingen
  • scoren
 
Taken & functies per positie binnen het 7:7
1. keeper
Balverlies
  • het voorkomen van tegendoelpunten
  • leiding geven aan de verdediging
 
Balbezit
  • aanspeelbaar zijn voor medespelers
  • leiding geven aan de verdediging m.b.t. aansluiten
  • opbouwen van aanval d.m.v. het inspelen van de verdedigers
 
2. rechtsback
Balverlies
  • uitschakelen van de directe tegenstander (binnenkant dekken)
  • afpakken van de bal van de directe tegenstander
  • teammaatjes helpen (rugdekking)
  • het veld zo klein mogelijk maken
    • bijvoorbeeld d.m.v. knijpen als de bal aan de rechterzijde is
 
Balbezit
  • breed weglopen / het veld zo groot mogelijk maken
  • aanspelen van de aanvallers
  • meedoen met de aanval
  • aansluiten bij de aanval
  • het assisteren van de middenvelder
 
3. centrale verdediger
Balverlies
  • uitschakelen van de directe tegenstander
  • afpakken van de bal van de directe tegenstander
  • teammaatjes helpen (rugdekking)
  • het veld zo klein mogelijk maken
  • het coachen van de overige verdedigers
 
Balbezit
  • aanbieden naast het doel
  • het veld zo groot mogelijk maken
  • aanspeelbaar zijn voor medespelers
  • aanspelen van de aanvallers
  • meedoen met de aanval
  • de centrale verdediger is in principe de laatste man
o backs staan voor hem gepositioneerd
 
4. linksback
Balverlies
  • uitschakelen van de directe tegenstander (binnenkant dekken)
  • afpakken van de bal van de directe tegenstander
  • teammaatjes helpen (rugdekking)
  • het veld zo klein mogelijk maken
  • bijvoorbeeld d.m.v. knijpen als de bal aan de rechterzijde is
 
Balbezit
  • breed weglopen / het veld zo groot mogelijk maken
  • aanspelen van de aanvallers
  • aanspeelbaar zijn voor medespelers
  • meedoen met de aanval
  • aansluiten bij de aanval
o het assisteren van de middenvelder
 
5. centrale middenvelder
Balverlies
  • uitschakelen van de directe tegenstander
  • afpakken van de bal van de directe tegenstander
  • het veld zo klein mogelijk maken
 
Balbezit
  • het veld zo groot mogelijk maken
  • het aanspeelbaar zijn op het middenveld
  • aanspelen van de aanvallers
  • wanneer er gelegenheid voor is, wisselen met spits
  • opzetten van de aanval
  • meedoen met de aanval
 
6. rechtsmidden / rechtsbuiten
Balverlies
  • het storen van de opbouw van de tegenpartij
  • uitschakelen van de directe tegenstander
  • afpakken van de bal van de directe tegenstander
  • het veld zo klein mogelijk maken
o terugzakken naar het middenveld om de centrale middenvelder te assisteren
 
Balbezit
  • het veld zo groot mogelijk maken
  • uitspelen van de (directe) tegenstander
  • het aanspelen van de medeaanvallers
  • het komen tot doelpogingen
  • voor het doel komen bij voorzetten andere kant
  • scoren
 
7. spits
Balverlies
  • het storen van de opbouw van de tegenpartij
  • uitschakelen van de directe tegenstander
  • afpakken van de bal van de directe tegenstander
  • het veld zo klein mogelijk maken
o zonder te vergeten dat hij zo diep mogelijk moet staan
 
Balbezit
  • zo diep mogelijk positie kiezen
  • het veld zo groot mogelijk maken
  • uitspelen van de (directe) tegenstander
  • het aanspelen van de medeaanvallers
  • het komen tot doelpogingen
  • scoren
 
8. linksmidden / linksbuiten
Balverlies
  • het storen van de opbouw van de tegenpartij
  • uitschakelen van de directe tegenstander
  • afpakken van de bal van de directe tegenstander
  • het veld zo klein mogelijk maken
o terugzakken naar het middenveld om de centrale middenvelder te assisteren
 
Balbezit
  • het veld zo groot mogelijk maken
  • uitspelen van de (directe) tegenstander
  • het aanspelen van de medeaanvallers
  • het komen tot doelpogingen
  • voor het doel komen bij voorzetten andere van de andere kant
  • scoren
Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!