Laten we beginnen met het verzoek aan jou om je even aan de lezers voor te stellen.
Ik ben veertig jaar en woon mijn hele leven al in Bolsward. Ik ben getrouwd met Jolanda en heb twee kinderen: Elise van elf en Sander van negen. Ik ben teamleider Financieel Advies bij de Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland waar ook het
kantoor in Sint Annaparochie bij hoort.
Hoe zijn St.-Anna en Arnold Haanstra eigenlijk bij elkaar gekomen?
Door het vertrek van Coos van Kooten is het bestuur op zoek gegaan naar een nieuwe trainer voor het komende seizoen. In deze zoektocht is ergens mijn naam ook boven komen drijven en ben ik benaderd om eens nader kennis te maken. Aangezien ik hier
wel oren naar had, zijn we vrij snel om tafel gegaan.
Waarom heb je uiteindelijk voor St.-Anna gekozen?
Voor mij is het bij het maken van keuzes altijd belangrijk dat ik er een goed gevoel bij heb. Ik kreeg dit gevoel al toen ik mij meer ging verdiepen in de club. Tijdens en na het eerste gesprek is dit gevoel alleen maar versterkt. Je voelt dat er iets leeft binnen de club. Er zijn mensen die de club als geheel verder willen helpen zonder daarvoor zelf veel terug te verlangen. Dit is de ruggengraat van de vereniging en dat zit bij
St.-Anna wel goed. Dat voel je. En daarnaast is het voor een trainer uiteraard van belang dat er ook een eerste en tweede selectie is waarmee je aan de slag kunt. Een goede trainingsopkomst, de bereidheid om voor elkaar te werken, jeugdelftallen die op niveau spelen en de doorgroeimogelijkheden. Dat soort van zaken. Uit de gesprekken en mijn eigen onderzoek blijkt dat dit er zeker bij St.-Anna is.”Voor mij is het bij het maken van keuzes altijd belangrijk dat ik er een goed gevoel bij heb”
Wat wist je van onze club?
Om eerlijk te zijn niet zo heel veel. Ik woon zelf in een andere hoek van Friesland, alhoewel het maar een half uurtje rijden is, en dan is je focus toch anders. Mijn beeld was dat het een grote dorpsclub is met een centrale functie. Verder wist ik van de grote brand in 2009. Daarnaast ken ik Bert Hollander vanuit mijn sc Joure tijd en weet ik dat hij zo’n vier seizoenen als trainer bij St.-Anna heeft gezeten. Van hem hoorde ik
ook goede verhalen. En toen ik zelf nog in het eerste van vv CAB in Bolsward speelde, heb ik nog wel tegen Sint Annaparochie gevoetbald. Dat is alweer een tijd
geleden, maar wat ik me daarvan herinner is dat ze altijd gelijk druk naar voren zetten en daartegen was het lastig voetballen.
En wat voor beeld heb je nu van de club, gekregen, nadat je je meer in de club hebt verdiept?
Een club die goed georganiseerd is met mensen die iets voor de club over hebben. Toen ik personen vroeg wat zij van de club wisten, was dit ook het beeld dat zij mij gaven. Dit gevoel is alleen maar toegenomen na de gesprekken die ik heb gehad met de club en ik me verder in de vereniging heb verdiept. Ik krijg er echt zin in om hier aan de slag te gaan.
Natuurlijk dienen we de huidige selectie ook even bij de kop te nemen. Wat weet je van de selectie?
Ik ken de jongens niet. Ik ben nu assistent-trainer bij vv Heerenveen en we hebben laatst tegen St.-Anna gespeeld. Toen wist ik overigens nog niet dat ik volgend seizoen de nieuwe trainer zou zijn. Je zag tijdens die wedstrijd dat het een hechte ploeg is die alsmaar door blijft gaan. Ondanks de 2-0 achterstand bleef de ploeg knokken wat uiteindelijk in een gelijkspel resulteerde. Balen voor ons, maar het was niet anders. Ik zal echter proberen de komende periode een aantal wedstrijden mee te pikken, maar
ik ben natuurlijk ook assistent-trainer bij Heerenveen en ik wil dit uiteraard wel goed gaan afmaken. St.-Anna en Heerenveen komen elkaar in april nog tegen. Dat zal mij nu wel een apart gevoel geven.
Heb je ook wensen wat betreft volgend seizoen?
(lacht) Enkele nieuwe aankopen, bedoel je? Kan, maar het kunnen ook andere zaken zijn.Deze selectie moet laten zien dat ze in de tweede klasse behoren. En dat horen ze ook, vind ik. Ik heb nu alle teams in deze klasse zien spelen en dan concludeer ik dat lijfsbehoud gaat lukken voor St.-Anna, als iedereen iedere keer alles maar geeft.
Bovendien is er een goede jeugdafdeling. Van daaruit moeten de talenten doorstromen. Uiteraard is iedereen welkom om zich als lid aan te melden. Wie weet zitten daar nog meer talenten tussen.
Wat voor trainer ben je, Arnold?
Ik vind het als trainer belangrijk dat iedere speler zich ontwikkelt. Dit kan alleen als spelers zelf gaan nadenken over waarmee ze bezig zijn. De keuzes die ze dan maken zijn altijd goed, want het is hun keuze. Voor wat betreft de basiszaken, zoals goed
inspelen, zuivere passing, juiste moment, etc., ben ik vrij streng. Dat moet gewoon goed zijn. Daarin mag je niet verslappen. Ik ben daar dan ook heel fanatiek
in. Verder vind ik plezier de basis voor samenwerken en succes. Ik houd dan ook zeer zeker van lol maken tijdens een training. Daarnaast ben ik open in de communicatie. Mensen kunnen alles tegen mij zeggen als er maar over nagedacht is.
Wat zijn jouw ambities als trainer?
Ik zit niet zo vol met ambities. Ik ben heel blij dat ik bij St.-Anna aan de slag kan met een enthousiaste en kwalitatief goede selectie waar ik het maximale uit wil halen door zelf het maximale te geven. Het gevoel wat ik daarbij krijg, bepaalt hoe ik me als trainer verder ga ontwikkelen.
Tot slot gaan we het nog even hebben over jouw eigen voetballoopbaan. Hoe heeft die eruit gezien?
Ik ben op vijfjarige leeftijd lid geworden van CAB in Bolsward en heb als zestienjarige mijn debuut in het eerste elftal gemaakt. Ik heb daar tot mijn 27ste met veel plezier gespeeld in de derde en vierde klasse. Ik ben toen door Bert Hollander benaderd om bij sc Joure zondag te komen spelen. Ik heb die stap toen gemaakt en heb daar vijf fantastische seizoenen gehad. We zijn tweede geworden in de landelijke beker voor amateurs, tweemaal kampioen geworden en hebben bekerwedstrijden gespeeld tegen Jong Vitesse en Groningen met 5.000 toeschouwers langs de kant. Die tijd vergeet ik nooit.Daarna ben ik weer teruggegaan naar CAB, maar blessures zorgden ervoor dat ik daar niet veel meer heb gespeeld. Ik heb toen TC-3 gedaan en ben twee seizoenen trainer van CAB geweest.
Wat voor voetballer was je?
Ooit ben ik op de linksbuiten begonnen. Lekker een mannetje passeren en voorzetten geven. Heerlijk! Later ben ik op de ‘nummer 10’ terecht gekomen. Hier kon ik mijn kwaliteiten meer kwijt. Ik moest het vooral hebben van mijn inzicht en (trap)techniek. Daarmee kon ik mijn gebrek aan snelheid wat compenseren. Daarnaast wist ik ook regelmatig zelf het net te vinden.
Voetbal je tegenwoordig zelf nog?
Zelden. Dit wordt steeds lastiger te combineren met het trainerschap. Ik ben nog wel spelend lid bij CAB, maar ik heb dit seizoen eenmaal met het tweede mee
kunnen spelen.
Bedankt voor het interview, Arnold en veel succes
toegewenst bij onze club.
Dank je.
